De stoelen en krukken zijn geweven met rotan riet. Caning is een traditionele methode van weven en wordt vaak gebruikt bij stoelen of ander meubilair. Door het kruislings weven zijn de stoelen sterk en duurzaam.
Rotan is een klimpalm of liaan die bomen gebruikt als ondersteuning en tot 100 meter lang kan worden. De meeste bestaande rotansoorten groeien in tropisch woud van Zuidoost-Azië, waarvan 70% in Indonesië.
Teak is al eeuwenlang een favoriet hardhout voor meubels, constructie en scheepsbouw, ook omdat het zeer duurzaam is en geschikt is voor gebruik buitenshuis. Teakhout is inheems in India, Thailand, Laos en Myanmar, maar door uitgebreide houtkap groeit het alleen in Myanmar nog in natuurlijke bossen. In Indonesië werd het in de 16e eeuw geïntroduceerd en tijdens de Nederlandse koloniale tijd werden grote plantages aangelegd. Nadat Indonesië onafhankelijk werd, heeft de Indonesische regering de plantages beheerd. Dit is behoorlijk gelukt, aangezien teak een waardevol hout is en het altijd economisch is geweest om teak te herplanten na het kappen van bomen.